Executieve functies
- Executieve functies (EF) kan je omschrijven als uitvoerende- of controlefuncties. EF zijn nodig om gedrag te plannen, organiseren en uitvoeren. Door EF kunnen we op een juiste manier reageren op onze omgeving. Je kan EF vergelijken met onze eigen dirigent. Zonder EF kunnen we moeilijk organiseren.
Tot de EF behoren o.a. :
- Ziektebesef / ziekte-inzicht : je weet dat je ziek bent / je hebt inzicht in de gevolgen van de ziekte.
- Initiatief nemen : Je kan aan een taak beginnen, zonder uitstel.
- Impulscontrole : Je denkt na vooraleer je aan een taak begint.
- Plannen : Je kan een plan bedenken om een doel te bereiken.
- Volgehouden aandacht : Je kan je aandacht bij de taak houden.
- Werkgeheugen : Je kan onthouden wat je moet doen. Je kan ook beslissen wat belangrijk is en wat niet.
- Inhibitie : Je kan bepaald gedrag onderdrukken.
- Flexibel zijn : Je kan je aanpassen aan de omstandigheden. Die omstandigheden veranderen soms. Dan moet je je plannen kunnen herzien.
- Timemanagement : je kan inschatten hoe lang iets duurt.
- Zelfmonitoring : Je kan zelf opmerken wat goed gaat of wat moeilijk gaat.
Door een hersenletsel kunnen de EF verstoord zijn.
Hieronder vind je een aantal voorbeelden hoe verstoorde EF zich kunnen uiten.
- Er is een groot verschil tussen wat de klachten zijn en hoe de persoon met NAH zich gedraagt. Hij ziet bijvoorbeeld niet in dat hij niet meer zal kunnen autorijden. (ziekte-inzicht)
- De persoon met NAH kan wel verwoorden wat hij moet doen, maar hij doet het niet. (initiatiefname, planning)
- Verstoorde initiatiefname, plannen, timemanagement : De persoon weet wat hij overdag kan doen, en kan dit ook verwoorden. Maar toch blijft hij de hele dag in de zetel zitten en komt niet tot een activiteit. (initiatiefname, plannen, time-management)
- De persoon met NAH is aan een taak bezig, maar door de vele impulsen is hij de draad kwijt. Hij weet niet meer hoe hij verder moet. (werkgeheugen)
- Een verminderde remming op het gedrag. Dit kan zich uiten in de vorm van agressie, kinderlijk gedrag, egocentrisch gedrag, sneller eten, meer en minder verzorgd eten, … . (inhibitie)
- Steeds dezelfde fouten maken : De therapeut zegt “ ik versta u niet”, maar toch past de persoon met NAH zich niet aan. (flexibiliteit, zelfmonitoring,)
- Weinig mensen met afasie gebruiken een taalzakboek spontaan. (initiatief, planning, zelfmonitoring)
- Personen kunnen tijdens de therapiesituatie technieken toepassen om duidelijk te spreken, maar in het dagdagelijkse leven gebruiken ze dit niet. (initiatief, planning, zelfmonitoring)
Enkele tips
- Volg een vast ritme / routine / dagplanning
- Maak gebruik van lijstjes
- Gebruik bijvoorbeeld een agenda
- Oefen veel in de dagdagelijkse situatie
Download hier een tekstbestand van de informatie van deze pagina: executieve functies
Filmfragment: executieve functies